WAT IS HET VERSCHIL IN DE DUUR BIJ DE ZWANGERSCHAP VAN EEN EENLING, TWEELING EN MEERLING?

De oorzaak van het op gang komen van de normale baring is nog steeds niet goed bekend. In ieder geval begint een baring eerder bij overmatige rek van de baar moederwand, zoals bij de aanwezigheid van veel vruchtwater 'polyhydramnion' of bij de aanwezigheid van meerdere kinderen in de baarmoeder. De baring wordt waarschijnlijk geremd door de aanwezigheid van een grote placenta. Bij schapen is aangetoond, dat progesteron, een hormoon dat in grote hoeveelheden door de placenta wordt gemaakt, de activiteit van de baarmoederwandspier remt. Bij schapen komt de baring eerst op gang als de bloedspiegel van progesteron bij de moeder is gedaald. Bij tweelingen is er een min of meer dubbele placenta en wordt veel progesteron gemaakt. De overmatige rek van de baarmoederwand door de tweelingzwangerschap wordt dan gecompenseerd door de remming van de activiteit van de baarmoederwandspier door de progesteronproductie door de grote placenta.

Waarschijnlijk speelt ook het kind een bescheiden rol bij het op gang komen van de baring, maar hoe is nog onvoldoende bekend. Het mechanisme van op tijd geboren worden gaat helaas niet altijd goed. Bij ernstige foetale groeiachterstand zijn er altijd wel spontane uteruscontracties, maar komt het lang niet altijd tot een tijdige baring. Bij dan niet op tijd ingrijpen ontstaat een intra-uteriene vruchtdood.

De gemiddelde zwangerschapsduur van een éénlingzwangerschap is omstreeks 40 weken (82 % procent eindigt zelfs binnen 38 tot 42 weken). Bij een meerlingzwangerschap verkort de aanwezigheid van een extra kind de zwangerschapsduur met omstreeks drie weken. Dat betekent een gemiddelde zwangerschapsduur bij tweelingen van 37 weken, bij drielingen van 34 weken, bij vierlingen van 31 weken etc. Bij meerlingen komt dus veel vaker vroeggeboorte (geboorte voor 37 weken) voor; 47% van de tweelingen bevalt bij 38 tot 42 weken, 51 % bevalt eerder.

Bij monochoriale tweelingen komt vaker polyhydramnion voor door TTS (zie hieronder). De gemiddelde zwangerschapsduur van monochoriale tweelingen is daardoor korter (1,5 weken) dan van dichoriale tweelingen.

Vroeggeboorte is de belangrijkste verloskundige complicatie van meerlingzwangerschap. Vooral vroege vroeggeboorte, geboorte bij 23 tot 26 weken, moet als een zeer ernstig probleem worden beschouwd. De sterfte van de kinderen, na de geboorte, is dan omstreeks 80 %, maar ook de overlevende kinderen zijn niet zonder problemen: de helft lijkt gezond, een kwart heeft één of andere handicap en een kwart is zelfs ernstig gehandicapt.

Er is veel onderzoek verricht naar mogelijkheden van behandeling om de dreigende vroeggeboorte bij meerlingzwangerschappen te voorkomen. Alle profylactische maatregelen die tot dusver zijn onderzocht, zoals aanbrengen van een bandje om de baarmoedermond (cerclage), remmen van de activiteit van de baarmoederwandspier (weeënremmers) en bedrust (thuis of in het ziekenhuis) zijn van geen nut gebleken. De belangrijkste mogelijkheid om vroege vroeggeboorte van meerlingen te voorkomen is daardoor gelegen in voorkomen van het ontstaan van meerlingen, door bij de toepassing van nieuwe voortplantingstechnieken zoals in-vitrofertilisatie minder embryo's terug te plaatsen.

Bij grote meerlingen, drielingen, vierlingen en hogere meerlingen kan ook embryoreductie worden overwogen. Bij embryoreductie wordt omstreeks 10 weken zwangerschapsduur de zwangerschap van een of meerdere embryo's door een invasieve techniek en onder geleide van echoscopisch onderzoek afgebroken. Het zal duidelijk zijn dat een embryoreductie ethisch, psychologisch en ook technisch een gecompliceerde ingreep is voor zowel de patiënte en haar partner als voor de behandelaars. Een belangrijke complicatie van embryoreductie kan zijn dat de gehele zwangerschap verloren gaat door een 'miskraam'. Vooral bij drielingen en hogere meerlingen blijkt het de over-all uitkomst van deze procedures beter te zijn dan het natuurlijke beloop. In landen waar bij toepassen van in-vitrofertilisatie, om commerciële redenen, wordt gestreefd naar een hoog succespercentage ten aanzien van ontstaan van zwangerschap, worden vaker drie, vier of meer embryo's in de baarmoeder geplaatst en ontstaan vaker hogere meerlingen. In ons land wordt embryoreductie niet vaak toegepast.

Zwangerschapsduur van een tweeling (gebaseerd op 40 weken):

Gemiddeld: 36,2 weken
Langste:41 weken
Kortste:25,5 weken

De bevalling:

Normale bevalling: 75,1 %
Bevalling met behulp van een keizersnede: 24,9 %