TWEELINGONDERZOEK VROEGER EN NU

Tweelingen werden en worden vaak onderzocht. De meeste onderzoeken hadden tot doel te weten te komen welk gedrag bij de mens is aangeboren en wat wordt aangeleerd. Die onderzoeken zijn vooral uit Amerika afkomstig.
Hiervoor werden ook wel tweelingen gebruikt die in een weeshuis waren terechtgekomen.
Een van de manieren voor dit onderzoek was om een kind van een eeneiige tweeling in het weeshuis echter te laten met weinig zorg en aandacht, terwijl de ander in een gezin werd geplaatst, waar hij veel zorg en aandacht kreeg.
Hun gedrag werd zo jarenlang vergeleken en de verschillen werden toegeschreven aan hun opvoeding en niet aan aanleg. Omdat ze erfelijk gezien identiek zijn. Er is ook onderzoek verricht naar tweelingen die in verschillende gezinnen wedren ondergebracht.
Omdat de opvoeding van deze tweelingen verschillend was, kon men de overeenkomsten tussen de tweeling toeschrijven aan erfelijkheid en de verschillen aan de opvoeding of aan de omgeving.
In 1987 werd met het aanleggen van een Nederlandse Tweelingregister (NTR) bij de vakgroep Psychonomie en Antropogenetica van de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU). Deze afdeling bestudeert psychische functies van de mens, bijvoorbeeld emoties in combinatie met erfelijkheid.
Aan alle ouders van tweelingen die in Nederland worden geboren, wordt gevraagd of ze hun kinderen in dit register willen laten inschrijven. Zij krijgen daarvoor een vragenlijst toegestuurd om in te vullen. Later kan hun worden gevraagd of hun kinderen aan een wetenschappelijk onderzoek mee mogen doen. Bij tweelingonderzoek wordt een vergelijking gemaakt tussen één- en twee-eiige tweelingen. De NTR doet ook onderzoek bij volwassen tweelingen die zich bij dit register hebben aangemeld.
Tweelingen zijn onmisbaar voor bepaalde soorten wetenschappelijk onderzoek. Door onderzoek kan men te weten komen in hoeverre persoonlijkheid, muzikaliteit, intelligentie of aanleg voor bepaalde ziekten te maken hebben met erfelijkheid en in hoeverre deze kwaliteiten worden beïnvloed door opvoeding, omgevingsfactoren of voeding. Omdat blijkt dat eeneiige tweelingen twee maal zo ster op elkaar lijken als twee-eiige tweelingen, wordt aangenomen dat de gelijkenis meer met de erfelijkheid en minder met de omgeving te maken heeft.
Het tweelingregister heeft inmiddels al een aantal onderzoeken gedaan, bijvoorbeeld naar hart- en vaatziekten bij volwassenen. Ze hebben een onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenen bij de kinderen gedaan en een onderzoek naar de mate van erfelijkheid wat betreft de snelheid van zenuwimpulsen en naar erfelijkheid van CARA (ziekten van de ademhalingswegen). Het register heeft inmiddels ruim dertienduizend tweelingen ingeschreven en is ook nog steeds op zoek naar volwassenen tweelingen van verschillende leeftijdsgroepen.